Eigendomsverkrijging door verjaring kan onrechtmatig zijn

Het leerstuk van verkrijgende en bevrijdende verjaring wordt door menigeen als zeer lastig ervaren. Al eerder hebben wij u bericht over de algemene regels omtrent het leerstuk.[1] Eigendomsverkrijging door middel van verjaring kan plaatsvinden wanneer diegene het grondstuk een bepaalde periode onafgebroken in bezit heeft gehad. Voor de bevrijdende verjaring is niet vereist dat men te goeder trouw is en geldt een periode van twintig jaar. De Hoge Raad heeft echter op 24 februari 2016 overwogen dat deze wijze van eigendomsverkrijging onder bepaalde omstandigheden onrechtmatig kan zijn.[2]

In deze zaak ging het over een stuk bosperceel dat door de bewoners van een aangrenzend perceel was omheind en op deze manier in zekere zin was toegeƫigend. Jaren later schreef de gemeente de bewoners aan met de mededeling dat het gebruik per direct moest worden beƫindigd en dat het stuk grond weer ter beschikking moest worden gesteld aan de gemeente. De bewoners stelden echter dat zij door verjaring eigenaars van het perceel waren geworden.

De Hoge Raad ging hier in mee en oordeelde dat er sprake was van eigendomsverkrijging door verjaring omdat er al reeds meer dan 20 jaar sprake was van openbare niet-dubbelzinnige toe-eigening. De bewoners hadden het stuk bosperceel immers omheind, onderhouden, een houtopslag geplaatst en een jeu-de-boulesbaan aangelegd. Hierdoor kon niet anders worden afgeleid dat de bewoners naar de buitenwereld hebben gepretendeerd eigenaar te zijn. De vordering van de gemeente werd derhalve afgewezen.

De Hoge Raad overwoog echter ook dat er weliswaar sprake is van verjaring, maar dat dit niet in de weg staat aan het feit dat de bewoners onrechtmatig hebben gehandeld. Een persoon die een zaak in bezit neemt en houdt, wetende dat een ander daarvan eigenaar is, handelt tegenover die eigenaar immers onrechtmatig. Dit brengt mee dat de gemeente, mits aan de overige voorwaarden is voldaan, schadevergoeding kan vorderen voor de schade die zij als gevolg van het onrechtmatige handelen heeft geleden. Het ligt volgende de Hoge Raad voor de hand dat deze schadevergoeding bestaat uit het terug overdragen van het in bezit genomen stuk grond.

Kortom, ook wanneer de verjaringstermijn van 20 jaar is verstreken, kan het stuk grond nog worden teruggevorderd op grond van de onrechtmatige daad. Hierbij geldt een verjaringstermijn van 5 jaar dat begint te lopen op de dag dat de gemeente bekend is geworden met de inbreuk op haar eigendom.

[1] http://www.n-advocaten.nl/nieuws/103-de-eigendomsverkrijging-van-een-stuk-grond-door-verjaring/

[2] Hoge Raad 24 februari 2017 ECLI:NL:2017:309 http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2017:309

18 april 2017

Nathalie van Poucke